zondag 5 juli 2015

...even.

...knal...

Het bericht slaat in als een bom.
Ja. We weten al 2,5 jaar dat het zou gaan gebeuren.
Al twee jaar lang vechten tegen deze vreselijke ziekte.
Maar elke keer leek hijzelf de sterkere.
Niet dat hij kon winnen, dat was al vrij snel duidelijk.
De strijd zou, vroeg of laat verloren worden.
Maar toch hou je een soort van ijdele hoop.
Ongegrond, maar ja. Zo zijn mensen.

Twee en een half jaar lang keihard vechten.
Vechten tegen afvallen. Vechten tegen pijn.
Vechten tegen bijwerkingen. Vechten tegen vermoeidheid.
Vechten tegen emoties. Vechten tegen het lichaam.
Vechten voor familie, 
voor het gezin,
voor het leven.

En dan nu...
Uitbehandeld. Niets meer wat ze kunnen doen.
Het vechten is voorbij.
We kunnen nu enkel wachten.
Wachten op het einde.

Je weet het. Het komt er aan.
Je houdt er al die tijd rekening mee.
Het loert altijd om de hoek.

Maar niets kan je voorbereiden op die knal.
Die knal die zo hard is, dat je hem niet eens hoort.
Het rukt je uit elkaar terwijl het je in elkaar perst en verpulverd.
Het vult je hoofd met alles en zorgt zo voor een intense leegte.

Wat rest zijn een paar maanden.
Een paar maanden waarin je zo veel moet.
Zo veel regelen en doen.
Zo veel voorbereiden.

Maar ook waarin je nog zo veel mag.
Mag praten.
Mag lachen.
Mag huilen.
Mag doen en genieten.
Mag laten en vergeten.

Samen mag zijn.

Nog even.

...


Geen opmerkingen:

Een reactie posten